Omdat eigelijk de Brandaris wel een heel grote rol speelt op en rond Terschelling, heb ik de volgende vragen in de Terschelling-nieuwsgroep gesteld:
Dit zijn de gevoelens die geschreven werden.
Kees Stada
Willem
Terschelling is een eiland. en eilanden zijn mannelijk. trots,fier en stoer. denk nu niet aaneen huwelijk tussen ts. en de brandaris, want beiden zijn daarvoor te zelfstandig. zie het als een goede en harmonieuze zakelijke relatie.
Geert
Hoewel ik me niet zo romantisch uit kan drukken als Jet toch mijn gevoel. Dit wil overigens niet zeggen dat ik me niet achter Jet schaar.
Voor mij kent de Brandaris twee gevoelens. Eén van komen en één van gaan. Het komen is voor mij een gevoel van positieve emotie: "Ik ben weer thuis". Het geeft een gevoel van geborgenheid een gevoel van:"Hier hoor ik". Zelfs als ik met slecht weer de deur niet uitkom ken ik een gevoel van berusting. Een kalmte die ik thuis niet ken (ook niet op Texel J). 's Avonds buiten is een overweldigend gevoel. Je voelt je nietig maar tevreden, klein maar opgenomen, één met het eiland.
De andere kant is het moment afscheid. We zijn één van de gelukkigen die in het seizoen de mogelijkheid hebben zeer frequent daar te kunnen zijn. Maar desondanks is het afscheid een gevoel van weemoed en verdriet. Ik zit nog steeds met vochtige ogen bij het afscheid. Bij het wegvaren zal ik in principe niet aan dek staan en met mijn rug naar het eiland zitten. Als het mogelijk is zitten we meestal op een vast plekje.
Kernwoorden: vrede, rust, kalmte, verdriet, verlangen.
Hoewel ik het met Jet eens ben dat de naam niet moet veranderen zou ik als het moet de naam "Vredestoren" willen noemen. Iedereen die ik hoor en zie is positief gestemd wanneer de naam van het eiland of de Brandaris in het geding is. Hier vervaagt een groot deel van de ellende om ons heen. Ik zeg met nadruk "een deel", kranten blijf je lezen en de zomerjeugd doet bij tijd en wijle toch weer afbreuk aan het geheel.
Terschelling for ever.
Een verhaal heb ik niet. Dan moet ik gaan verzinnen en dat doe ik maar niet. Gebrek aan creativiteit zullen we maar zeggen.
HansDe Brandaris is een gevoel van geborgenheid. Hij (sorry dames, zo is het nu eenmaal) is het baken dat je naar de veilige haven leidt. Je weet dat je hem kunt vertrouwen want hij heeft al zovelen de weg gewezen. Hoog torent hij boven het dorp uit met op de achtergrond de veilige bescherming van het duin. 's Avonds dicteert hij met strakke hand het ritme van de rust. Om de 5 seconden.....flits. Onontkoombaar, zelfs in de beslotenheid van je eigen kamer laat hij geruststellend weten er te zijn. De Brandaris is een gevoel van nostalgie en weemoed. Hij is een symbool voor een onbekommerde jeugd. Voor mijn kinderen bestaat de natuur vooral uit het nabijgelegen park, mooi gecultiveerd, netjes gemaaid. Het zijn ook herinneringen aan een hechte gemeenschap waar het meeste nog echt gemeend is en het niet alleen gaat om de uiterlijke schijn. En uiteraard is hij ook het symbool van mijn pubertijd. De toren, waar je met je eerste liefde volkomen verdwaasd langsliep op weg naar huis. De Brandaris is een gevoel van tijdloosheid. In al zijn vierkante eenvoud is hij een monument van wereldklasse waar geen paleis ter wereld tegenop kan. Hij bewijst dat schoonheid niet bestaat uit goud en marmer maar vooral te vinden is in tijdloos karakter en gele steen. Al eeuwen staat hij daar min of meer onveranderd, een verademing in een tijd verandering het leitmotief lijkt te zijn geworden.
Maar al het bovenstaande valt compleet in het niet bij bij dat ene ware gevoel:
De Brandaris is "thuis".
Jan Wmisschien is dit wel mijn eerste openlijke uiting van mijn zijn. (zonder hoofdletters!!).
de BRANDARIS:
verschil van gevoelen door sekse, of voorkeur, of gewoon smaak????
de brandaris is een ZIJ!!!
daar valt niet over gediskussieerd te worden.
de aarde is rond, de oceanen bestaan uit zout water, almere is een sterk groeiende stad, en de brandaris is een zij.punt.
gewoon. niet trouw, maar zij IS, omdat dit is haar aard is.
zijn lijkt op trouw, als vanzelfsprekend, maar ze zal niet eens nadenken over iets anders dan zo te zijn, ZIJN en voor ons dus trouw en betrouwbaar.
digt begrijpt ze niet eens. ze zal nooit denken over trouw, eerlijkheid, loyaliteit.
een feit, waar je nooit omheen kan, mag en wil lopen.
ze heeft de vanzelfsprekende kracht je deze zekerheid, haar ZIJN, op te leggen.
nee, niet op te leggen. dat zou een verplichting zijn, en verplichtingen kent ze niet.haar bijnaan is: sartre, existentialist pur sang.
het ZIJN is ZIJN. en verder houdt z daarom niet van zeuren, want dat is NIET zijn.
daarom zijn terschelling en de brandaris samen. ze ZIJN beiden.
onlosmakelijk samen. niet zeuren over ts. zonder brandaris, zeker niet andersom.
liefde?
welnee.
gewoon: onlosmakelijk verbonden, siamees, goed.
boven termen als geilheid, liefde, trouw, kameraadschap.
samen in eenheid.
daarom is de brandaris de brandaris. het ZIJN als automatisme.
en god zag dat het ZIJN goed is.
en moet ik stoppen.
Anders wordt dit een boek, en kunnen jullie het lezen, zonder het eert gekocht te hebben.
en ik ben maar een heel klein beetje.
daarom wil ik op ts. zijn.
de vanzelfsprekendheid van het ZIJN
het is goed.
GeertIk ben hoop ik nog niet te laat maar ja, ik zag je vraag pas toen ik naar het werk moest. (Loop ik altijd nachtdienst? voor mijn gevoel wel erg vaak...). Gevoel: Begin 60er jaren achterin de helemaal volgepakte auto via de Friesestraatweg naar Harlingen en tussen Zuidhorn en Grijpskerk keek ik dan al verlangend uit het raam of ik de Brandaris al zag. Zag ik dan een toren opdoemen dan was het steevast: "ik zie de Brandaris al" en dat is al die jaren zo gebleven... Ik heb het steevast als de Pollendam achter ons ligt; dan even een tijdje aan dek staan om alle indrukken op te nemen en achter Griend te kijken of "hij" al te zien is. En ja hoor, altijd doemt hij weer op, afhankelijk van het zicht vroeger of later. Als we met de avondboot gaan en het is rond oktober donker rond die tijd en je ziet "zijn" licht om de vijf tellen gaan dan bekruipt me een gevoel dat niet echt te beschrijven is.
HenkHet gevoel? Nou niet zozeer de Brandaris alleen, het is meer het gevoel dat ik krijg als ik boven op de boot zit met de wind door je haren, de Brandaris èn het haventje - rillingen over m'n rug... van tevredenheid!
Een andere naam? Nee, 't is goed zoals het is. Bij de naam Brandaris denk ik aan robuust, en elke keer.. bij het zien.. wordt het bevestigd.
RolfAls geschiedschrijver ben ik beter in het weglaten van tekst.. komt waarschijnlijk omdat ik techneut ben. Het eerst denk ik aan de tijd dat ik nog klein was en 's avonds als het donker was steeds een vertrouwd licht in mijn middenzuidkamertje op de wand scheen. Nog steeds voel ik dat zo. Zelfs thuis als er laat een auto door de straat rijdt en het schijnsel op de muur laat glijden, voel ik me veilig en vertrouwd. Auto's met gedoofde lichten vertrouw ik niet en bel dan de politie. Bij het binnen komen van de haven is er de sfeer van "thuis zijn" er en een bijzonder gevoel overmeestert me. Ik heb dat nergens anders. Eén keer nadat mijn moeder, na mijn vader was overleden, zag ik de Brandaris steeds kleiner worden en dacht dat het de laatste keer zou zijn. Ik dacht het echt! Zo van, wat heb ik hier nog te zoeken? Mijn "thuis" was ineens weg. Het zelfde jaar was ik er al weer en het gevoel was weer terug :-) Tegenwoordig als ik Terschelling weer verlaat, dan kan ik me net goed houden, als flinke vent, hahaha. Maar steeds heb ik dat rotgevoel dat je je vertrouwde eiland verlaat... :-(
KeesMijn eerste zeereis als leerling stuurman aan boord van de Scherpendrecht, een bulkcarrier van 225 meter lang duurde lang, 9 maanden. Met het schip waren we gehele aardkloot overgevaren. De laatste reis was van Chili, houtladen voor eindbestemming Zweden. De bedoeling was om 6 maand weg te gaan, echter de omstandigheden maakten er 9 maanden van.
Ik had de wacht op de brug samen met Kapitein Bouke Weewer van Terschelling. De ervaring liet toe dat ik deze wachten reeds alleen kon lopen. Vlak voor middernacht voeren we boven Texel, ik gaf de wacht over aan de 1ste stuurman. Vlug even een pilsje drinken in de scheepsbar en daarna te kooi. Ik sliep aan stuurboordzijde, en in mijn kooi beland deed ik even de gordijntjes opzij, en wat zien ik. De flash 5 van de Brandaris. Het was zaterdagavond en ik wist dat al mijn vrienden van school in de kroegen zaten op West. Ik was immers de laatste van de klas die nog voer. En verdomme ik moest 1 (ja ja slechts een) traantje wegpinken. Ik zag dat licht om de 5 seconden ik zag de glazen bier, ik zag van alles, maar de realiteit was mijn eenzame kooitje.
Enfin, ‘t is allemaal goed gekomen.
Jan Jaap LieuwenToen ik in de winter van 1985 met m'n vader naar Terschelling ging was 't - in mijn beleving - bar koud. We hebben Evert van Benthem op televisie de elfstedentocht zien winnen toen we in de Torenstraat naast de bakkerij bij ome Jaap, tante Lies en Hannie Spanjer waren. Officieel natuurlijk oom en tante van pa maar voor 't gemak bleef de "aanspreektitel" hetzelfde. Ik weet niet eens meer wat we precies daar te zoeken hadden op dat moment. Ik herinner me nog wel Hannie die met haar betamax-banden druk doende was om de eerste tocht der tochten sinds 1963 te "vereeuwigen".
's-Avonds werd ik in het logeerbed gelegd aan de voorkant van het pand en ik kan me nog exact die lichtbundel die om de vijf seconden de hele kamer in het licht zette voor de geest halen. Schaapjes tellen is er niets bij!
Met de woorden "het zal je hobby maar zijn" wuift vrouwlief me steeds uit... Tegenwoordig wacht ik bij ieder bezoek aan Terschelling minstens eenmaal tot het donker is en ga dan ergens bij Lies in een weiland staan om het licht van de Brandaris te bekijken. Ome Jaap, tante Lies, m´n vader en Hannie zijn niet meer... maareuh... toch typisch wat dat lampje doet!
Kaudo