Verhalen

Bundel Brandarisflitsgevoelens.

Omdat eigelijk de Brandaris wel een heel grote rol speelt op en rond Terschelling, heb ik de volgende vragen in de Terschelling-nieuwsgroep gesteld:

  1. Welk gevoel heb je bij het zien van de Brandaris?
  2. Zou je een alternatieve naam weten?
  3. Welk kort verhaal heb je voor ons, dat betrekking heeft op de Brandaris?

Dit zijn de gevoelens die geschreven werden.

Kees Stada


  1. Ook al woon ik er niet maar het is een gevoel van thuis komen. Weet niet hoe ik het anders moet verklaren.Tis net of de Brandaris al je wal stress van je afneemt. Er komt dus een gevoel van rust bij... Dat is toch echt thuis komen?
  2. Nee, dat is net zo iets als Sinterklaas vanaf nu Ali Babba gaan noemen. Dat doe je gewoon niet.
  3. ................ Hou het er maar op dat je altijd weet waar je heen moet.............

Willem


Terschelling is een eiland. en eilanden zijn mannelijk. trots,fier en stoer. denk nu niet aaneen huwelijk tussen ts. en de brandaris, want beiden zijn daarvoor te zelfstandig. zie het als een goede en harmonieuze zakelijke relatie.

Geert


  1. Een soort van verliefdheid. Hij staat daar altijd zo trouw op me te wachten met zijn voet bijna op de kade. Wat ik al eerder schreef, het is mijn grootste vriend, ik ken er namelijk verder geen die wel 55 meter hoog is. Hij flirt een beetje met me, vooral in de duisternis met zijn strelende bundels. Zelfs ver om Aast weet hij me te bereiken. Ik weet dat hij veel aanbidders heeft, maar dat deert mij niet, het zit nou eenmaal in zijn aard om velen te beschermen, ik ben niet de enige die gestreeld wordt door zijn uitstraling.
  2. Nee, eigenlijk niet! Waarom zijn naam veranderen? Het is een stoere naam, symboliek aan Brandarius, de held uit de Navigatio Brendani. Ook wel St Brandaan, de heilige die macht had over vuur en licht. En het is niet voor niets dat ze zware of halve zware shag naar hem vernoemd hebben vanwege zijn robuuste imago. De afbeelding van de Brandaris maakt een hoop goed met het stelen van zijn naam, volgens mij zit er een patent op de naam en de vorm van de Brandaris. Nee, ook geen koosnaampje dus. Nee, ook geen pseudoniem.
  3. Heel lang geleden in een Novembernacht geraakte een vloot der Siber- reuzen in een Noord Wester storm. De vloot was wel 3 kilometers lang, voor reuzen is dat een middelmaatje. De siber-reuzen zelf wonen op Siberië, ze zijn verwant aan de ijsreuzen op de Noordpool, ze waren op de Noorpool op familiebezoek, eind Oktober is het namelijk altijd reünie met de ijsreuzen. Elk jaar wisselen ze dit af, het ene jaar varen de ijsreuzen naar Siberië, en in het andere jaar varen de Siber-reuzen naar de Noordpool. Nu vaarden de Siber-reuzen weer terug naar huis na een geslaagde reünie die 2 weken lang duurde. Ondanks de zware storm die zelfs voor reuzen meer dan een zuchtje wind aanvoelden, waren ze erg goed gemutst, letterlijk en figuurlijk want net als vele Siberische mensen dragen de Siber-reuzen ook een muts (van bont uiteraard) Ze waren dus in een goede stemming, want tijdens de reünie heeft Karina een Siber-reuzin een reuze baby op de wereld gebracht, niet zomaar een wolk van een baby dus. Het gaat om een baby van wel 50 meter hoog. Qua ontwikkeling lopen de reuzen dus duidelijk voor op de mensen. Ook qua herseninhoud, die al gauw bij een reuze baby zo een 250 kilo weegt. Dat betekent dat ze gelijk al kunnen praten, dat doen ze al in de reuze buik van moeder reuzin. De baby heeft zelf zijn eigen naam verzonnen, dat is een traditie bij de Reuzen, hij wilde graag Daris heten, deze naam was toen nog heel origineel op Siberië. Daris is een variant op Boris maar die naam hoorde je toen der tijd al erg veel op Siberië. Van zijn achternaam heeft Daris de naam Brandowitcholov . De vader van Daris vind deze naam te lang, hij moet vaak zijn zakelijke brieven ondertekenen met die naam, en voor het gemak zet hij dan alleen maar de naam Brand neer. Het is gebruikelijk bij de Siber-reuzen dat je eerst je achternaam noemt en dan pas je voornaam. Bij de burgerlijke stand zou hij de naam voor zijn nieuwe zoon dus ook invoeren als Brand-Daris. Voor het gemak noteerde hij deze naam op de vloot tijdens de storm op een reuze A-viertje van wel 10 bij 20 meter want de vader reus heeft nog 12 reuzen zonen, en hij was bang dat wanneer hij weer in Siberië zou aankomen de naam van zijn jongste zoon vergeten zou zijn, hij had namelijk al moeite bij de eerste zes zonen om de namen uit elkander te houden. Enfin, vader reus schreef de naam op en plakte het reuze A-viertje op de rug van zijn jongste telg, net nadat hij dat op zijn rug geplakt had geraakte het schip in een soort greppel, de mensen hadden deze greppel de waddenzee genoemd. Alle reuzen boven de 1000 kilo zakte terplekke te samen met de vloot zo door de zeegrond heen dwars door de aarde en kwamen in Nieuw Zeeland weer boven water (drie uren later) allen inzittenden hebben dit overleefd. Behalve Daris die woog maar 920 kilo, hij bleef in de greppel achter. Daris was een beetje geschrokken, en wreef eens goed in de ogen, waar is mijn familie waar is de vloot, en waarom sta ik tot mijn kuiten in dit water? Voor zich zag hij een zandbak, hij dacht wat leuk een zandbak, de zandbak was groot genoeg voor hem, het was iets van 26 kilometer lang en 5 kilometer breed. Op de zandbak zag in zijn ogen allemaal lego steentjes (daar leek het althans wel wat op) links een bergje, een paar dwarrelden naar het midden waar hij nog 2 van die hoopjes zag, rechts zag hij een heel mooi torentje. Die is mooi hoog! Daris wist het nu al, hij wilde dat gaan nabouwen van zand en water. Siber-Reuzen zijn daar heel handig in, en het zat Daris duidelijk in de genen om te bouwen. Hij begon met het hoge gedeelte daarna zou hij de rest van het torentje wel aan bouwen, hij vind het makkelijker om het eerst in segmenten te bouwen, het werd een beetje vierkant, daarna zou het wel iets afronden, maar aan de toren afronden kwam hij verder niet aan toe, want Daris had honger gekregen, hij wilde naar huis naar zijn mamma. Instinctmatig liep hij via het wad langs Nova Zembla in het voor hem wat diepere water zwom hij zijn weg. Plots hoorde hij de roep van zijn vader, die inmiddels ook al weer over de wereldzeeën in Siberië was gearriveerd. Daris concentreerde zich op de stem van zijn vader, op die manier kon hij thuiskomen op Siberië. Toen hij zijn vader zag, zei deze ; zo nu gaan we eerst even naar de burgerlijke stand. Hij draaide zijn zoon om en dacht verrek, ik had toch een briefje op zijn rug geplakt? Niet wetend dat zijn zoon Daris dit briefje had verloren tijdens zijn bouwwerkzaamheden. De mensen op de zandbak (Terschelling genaamd) wisten niet wat ze zagen, ze zagen op een Novemberochtend na een Noord Wester storm een Toren staan, er stond een groot bord er tegen aan met de naam Brand-Daris. Het blijft voor hun altijd een mysterie , ze noemen de toren van af die tijd de Brandaris, de mensen op West zijn trotser dan ooit, wha ha dat torentje wat om Oost staat is maar een kleintje met die van ons vergeleken.
Jet

BrandarisHoewel ik me niet zo romantisch uit kan drukken als Jet toch mijn gevoel. Dit wil overigens niet zeggen dat ik me niet achter Jet schaar. Voor mij kent de Brandaris twee gevoelens. Eén van komen en één van gaan. Het komen is voor mij een gevoel van positieve emotie: "Ik ben weer thuis". Het geeft een gevoel van geborgenheid een gevoel van:"Hier hoor ik". Zelfs als ik met slecht weer de deur niet uitkom ken ik een gevoel van berusting. Een kalmte die ik thuis niet ken (ook niet op Texel J). 's Avonds buiten is een overweldigend gevoel. Je voelt je nietig maar tevreden, klein maar opgenomen, één met het eiland. De andere kant is het moment afscheid. We zijn één van de gelukkigen die in het seizoen de mogelijkheid hebben zeer frequent daar te kunnen zijn. Maar desondanks is het afscheid een gevoel van weemoed en verdriet. Ik zit nog steeds met vochtige ogen bij het afscheid. Bij het wegvaren zal ik in principe niet aan dek staan en met mijn rug naar het eiland zitten. Als het mogelijk is zitten we meestal op een vast plekje. Kernwoorden: vrede, rust, kalmte, verdriet, verlangen. Hoewel ik het met Jet eens ben dat de naam niet moet veranderen zou ik als het moet de naam "Vredestoren" willen noemen. Iedereen die ik hoor en zie is positief gestemd wanneer de naam van het eiland of de Brandaris in het geding is. Hier vervaagt een groot deel van de ellende om ons heen. Ik zeg met nadruk "een deel", kranten blijf je lezen en de zomerjeugd doet bij tijd en wijle toch weer afbreuk aan het geheel. Terschelling for ever.

Een verhaal heb ik niet. Dan moet ik gaan verzinnen en dat doe ik maar niet. Gebrek aan creativiteit zullen we maar zeggen.

Hans
  1. De wegwijzer, bij het zien van de Brandaris vanuit Harlingen, zie je TS dichterbij komen, totdat bijna aan de voet van de Brandaris wordt aangemeerd. Ook heeft de Brandaris als oriëntatiepunt gediend, afgelopen september, toen we de eerste keer op TS waren: "Loop richting Brandaris, vervolgens langs de begraafplaats en je bent bij de parkeerplaats, waar de auto staat."
  2. Het namenboek verwijst bij 'Brand' naar zwaard, goed passend toch bij zo'n wachter als de Brandaris! 'Aris' wordt als afgeleide van Adriaan weergegeven, genoemd naar Adria, een plaats in de buurt van Venetië. Toch wel overeenkomend met de plaats van de Brandaris, met al dat water, niet? Een alternatief lijkt me overbodig, bovendien is de Brandaris sinds mensenheugenis het symbool van Terschelling.
  3. De Brandaris. Deze naam, die betrekking heeft op de vuurtoren van Terschelling, is zeer bekend, wordt schoolkinderen met de paplepel ingegoten (tenminste in mijn tijd), wordt in menige kruiswoordpuzzel gevraagd en roept in mijn beleving associaties op met volgens mij zelfs ' zware' shag. (Bestaat het nog?) Ik dacht dat er zelfs een geheime radiozender heeft bestaan met de naam Brandaris, maar daarvan ben ik niet geheel zeker. In elk geval leidt het geen twijfel, dat alle andere Brandarissen afgeleid zijn van de vuurtoren op Terschelling. Dat is de enige echte. De Brandaris mag er dan ook zijn als vuurtoren! Een echt verhaal kan ik er niet van maken, daarvoor kennen wij elkaar tekort, maar het is een trouwe wegwijzer, niet alleen voor wie op zee verblijven, maar ook voor Jol en mij, wanneer we ons autootje terug moeten vinden.
Jol en Joke.

De Brandaris is een gevoel van geborgenheid. Hij (sorry dames, zo is het nu eenmaal) is het baken dat je naar de veilige haven leidt. Je weet dat je hem kunt vertrouwen want hij heeft al zovelen de weg gewezen. Hoog torent hij boven het dorp uit met op de achtergrond de veilige bescherming van het duin. 's Avonds dicteert hij met strakke hand het ritme van de rust. Om de 5 seconden.....flits. Onontkoombaar, zelfs in de beslotenheid van je eigen kamer laat hij geruststellend weten er te zijn. De Brandaris is een gevoel van nostalgie en weemoed. Hij is een symbool voor een onbekommerde jeugd. Voor mijn kinderen bestaat de natuur vooral uit het nabijgelegen park, mooi gecultiveerd, netjes gemaaid. Het zijn ook herinneringen aan een hechte gemeenschap waar het meeste nog echt gemeend is en het niet alleen gaat om de uiterlijke schijn. En uiteraard is hij ook het symbool van mijn pubertijd. De toren, waar je met je eerste liefde volkomen verdwaasd langsliep op weg naar huis. De Brandaris is een gevoel van tijdloosheid. In al zijn vierkante eenvoud is hij een monument van wereldklasse waar geen paleis ter wereld tegenop kan. Hij bewijst dat schoonheid niet bestaat uit goud en marmer maar vooral te vinden is in tijdloos karakter en gele steen. Al eeuwen staat hij daar min of meer onveranderd, een verademing in een tijd verandering het leitmotief lijkt te zijn geworden.

Maar al het bovenstaande valt compleet in het niet bij bij dat ene ware gevoel:

De Brandaris is "thuis".

Jan W

misschien is dit wel mijn eerste openlijke uiting van mijn zijn. (zonder hoofdletters!!).

de BRANDARIS:

verschil van gevoelen door sekse, of voorkeur, of gewoon smaak????

de brandaris is een ZIJ!!!

daar valt niet over gediskussieerd te worden.

de aarde is rond, de oceanen bestaan uit zout water, almere is een sterk groeiende stad, en de brandaris is een zij.punt.

gewoon. niet trouw, maar zij IS, omdat dit is haar aard is.

zijn lijkt op trouw, als vanzelfsprekend, maar ze zal niet eens nadenken over iets anders dan zo te zijn, ZIJN en voor ons dus trouw en betrouwbaar.

digt begrijpt ze niet eens. ze zal nooit denken over trouw, eerlijkheid, loyaliteit.

een feit, waar je nooit omheen kan, mag en wil lopen.

ze heeft de vanzelfsprekende kracht je deze zekerheid, haar ZIJN, op te leggen.

nee, niet op te leggen. dat zou een verplichting zijn, en verplichtingen kent ze niet.haar bijnaan is: sartre, existentialist pur sang.

het ZIJN is ZIJN. en verder houdt z daarom niet van zeuren, want dat is NIET zijn.

daarom zijn terschelling en de brandaris samen. ze ZIJN beiden.

onlosmakelijk samen. niet zeuren over ts. zonder brandaris, zeker niet andersom.

liefde?

welnee.

gewoon: onlosmakelijk verbonden, siamees, goed.

boven termen als geilheid, liefde, trouw, kameraadschap.

samen in eenheid.

daarom is de brandaris de brandaris. het ZIJN als automatisme.

en god zag dat het ZIJN goed is.

en moet ik stoppen.

Anders wordt dit een boek, en kunnen jullie het lezen, zonder het eert gekocht te hebben.

en ik ben maar een heel klein beetje.

daarom wil ik op ts. zijn.

de vanzelfsprekendheid van het ZIJN

het is goed.

Geert

Ik ben hoop ik nog niet te laat maar ja, ik zag je vraag pas toen ik naar het werk moest. (Loop ik altijd nachtdienst? voor mijn gevoel wel erg vaak...). Gevoel: Begin 60er jaren achterin de helemaal volgepakte auto via de Friesestraatweg naar Harlingen en tussen Zuidhorn en Grijpskerk keek ik dan al verlangend uit het raam of ik de Brandaris al zag. Zag ik dan een toren opdoemen dan was het steevast: "ik zie de Brandaris al" en dat is al die jaren zo gebleven... Ik heb het steevast als de Pollendam achter ons ligt; dan even een tijdje aan dek staan om alle indrukken op te nemen en achter Griend te kijken of "hij" al te zien is. En ja hoor, altijd doemt hij weer op, afhankelijk van het zicht vroeger of later. Als we met de avondboot gaan en het is rond oktober donker rond die tijd en je ziet "zijn" licht om de vijf tellen gaan dan bekruipt me een gevoel dat niet echt te beschrijven is.

Henk

Het gevoel? Nou niet zozeer de Brandaris alleen, het is meer het gevoel dat ik krijg als ik boven op de boot zit met de wind door je haren, de Brandaris èn het haventje - rillingen over m'n rug... van tevredenheid!

Een andere naam? Nee, 't is goed zoals het is. Bij de naam Brandaris denk ik aan robuust, en elke keer.. bij het zien.. wordt het bevestigd.

Rolf

Als geschiedschrijver ben ik beter in het weglaten van tekst.. komt waarschijnlijk omdat ik techneut ben. Het eerst denk ik aan de tijd dat ik nog klein was en 's avonds als het donker was steeds een vertrouwd licht in mijn middenzuidkamertje op de wand scheen. Nog steeds voel ik dat zo. Zelfs thuis als er laat een auto door de straat rijdt en het schijnsel op de muur laat glijden, voel ik me veilig en vertrouwd. Auto's met gedoofde lichten vertrouw ik niet en bel dan de politie. Bij het binnen komen van de haven is er de sfeer van "thuis zijn" er en een bijzonder gevoel overmeestert me. Ik heb dat nergens anders. Eén keer nadat mijn moeder, na mijn vader was overleden, zag ik de Brandaris steeds kleiner worden en dacht dat het de laatste keer zou zijn. Ik dacht het echt! Zo van, wat heb ik hier nog te zoeken? Mijn "thuis" was ineens weg. Het zelfde jaar was ik er al weer en het gevoel was weer terug :-) Tegenwoordig als ik Terschelling weer verlaat, dan kan ik me net goed houden, als flinke vent, hahaha. Maar steeds heb ik dat rotgevoel dat je je vertrouwde eiland verlaat... :-(

Kees

Mijn eerste zeereis als leerling stuurman aan boord van de Scherpendrecht, een bulkcarrier van 225 meter lang duurde lang, 9 maanden. Met het schip waren we gehele aardkloot overgevaren. De laatste reis was van Chili, houtladen voor eindbestemming Zweden. De bedoeling was om 6 maand weg te gaan, echter de omstandigheden maakten er 9 maanden van.

Ik had de wacht op de brug samen met Kapitein Bouke Weewer van Terschelling. De ervaring liet toe dat ik deze wachten reeds alleen kon lopen. Vlak voor middernacht voeren we boven Texel, ik gaf de wacht over aan de 1ste  stuurman. Vlug even een pilsje drinken in de scheepsbar en daarna te kooi. Ik sliep aan stuurboordzijde, en in mijn kooi beland deed ik even de gordijntjes opzij, en wat zien ik. De flash 5 van de Brandaris. Het was zaterdagavond en ik wist dat al mijn vrienden van school in de kroegen zaten op West. Ik was immers de laatste van de klas die nog voer. En verdomme ik moest 1 (ja ja slechts een) traantje wegpinken. Ik zag dat licht om de 5 seconden ik zag de glazen bier, ik zag van alles, maar de realiteit was mijn eenzame kooitje.

Enfin, ‘t is allemaal goed gekomen.

Jan Jaap Lieuwen

Toen ik in de winter van 1985 met m'n vader naar Terschelling ging was 't - in mijn beleving - bar koud. We hebben Evert van Benthem op televisie de elfstedentocht zien winnen toen we in de Torenstraat naast de bakkerij bij ome Jaap, tante Lies en Hannie Spanjer waren. Officieel natuurlijk oom en tante van pa maar voor 't gemak bleef de "aanspreektitel" hetzelfde. Ik weet niet eens meer wat we precies daar te zoeken hadden op dat moment. Ik herinner me nog wel Hannie die met haar betamax-banden druk doende was om de eerste tocht der tochten sinds 1963 te "vereeuwigen".

's-Avonds werd ik in het logeerbed gelegd aan de voorkant van het pand en ik kan me nog exact die lichtbundel die om de vijf seconden de hele kamer in het licht zette voor de geest halen. Schaapjes tellen is er niets bij!

Met de woorden "het zal je hobby maar zijn" wuift vrouwlief me steeds uit... Tegenwoordig wacht ik bij ieder bezoek aan Terschelling minstens eenmaal tot het donker is en ga dan ergens bij Lies in een weiland staan om het licht van de Brandaris te bekijken. Ome Jaap, tante Lies, m´n vader en Hannie zijn niet meer... maareuh... toch typisch wat dat lampje doet!

Kaudo

 Terug naar de verhalenlijst